Biologische wijnbouw
Er bestaat een alternatief voor de conventionele wijnbouw: de biologische wijnbouw. Het voornaamste verschil bestaat erin dat in de biologische wijnbouw geen gebruik wordt gemaakt van chemische behandelingen in de strijd tegen ziektes en predatoren. De biologische wijnbouw gebruikt systematische bestrijdingsmiddelen van biologische oorsprong en met respect voor het milieu en zijn directe omgeving, zoals insecten, predatoren die zorgen voor een natuurlijk evenwicht in de populatie van andere vernietigde insecten.
De biologische wijnbouw zoekt voor zover als mogelijk een evenwicht en neigt meer naar een systeem van autoregulatie, eerder dan een systematische strijd tegen ziekten te voeren. In die zin is compost een mooi voorbeeld van biologische cultuur. Compost is een natuurlijk en rijk mest, ontstaan door de gisting van organisch afval dat op die manier wordt gerecycleerd, en dat op een perfecte en voordelige manier kunstmest vervangt. Compost is goed voor de bodem, voor de planten en dus ook voor de dieren en de mens.
Om goede wijn te maken, heeft de wijnmaker vooreerst een basisgrondstof nodig van kwaliteit: een goede druif is een gezonde druif, met hoge intrinsieke kwaliteiten die een sap geeft dat geen correcties nodig heeft tijdens de vinificatie. Biologische wijnbouw brengt deze kwaliteitsdruiven voort: de vruchten van resistente wijngaarden, in goede gezondheid en op natuurlijke manier verbouw op een levende bodem.
Biologische vinificatie vandaag
Zoals hierboven reeds aangehaald, bestaat er nog geen Europese wetgeving die toelaat om biologische wijnen te certificeren. Het oude reglement 2092/91/CEE over biologische landbouw sluit wijn uit. Gevolg is dat tot op vandaag er geen 'biologische wijn' bestaat, doch enkel 'wijn afkomstig van biologisch geteelde druiven'. In het schema hieronder zien we duidelijk dat biologische druiven bestaan, maar dat men nog steeds geen 'biologische wijn' kan maken.
De producent die van overheidswege gecertificeerd en gecontroleerd wordt, krijgt een certificaat die hem toelaat te vermelden dat 'de wijn afkomstig is van druiven van biologische oorsprong'. De naam van de controleren instantie moet op het etiket voorkomen.
Naast de Europese, landelijke en regionale controle-organismen, zijn er ook private organisaties die volgens een eigen lastenboek certificeren (doch wel steeds met alle respect voor de bestaande Europese regelgeving terzake). De voornaamste zijn Nature et Progrès en Demeter. Deze laatste doet dienst als internationale associatie voor de biodynamische wijnbouw en legt vaak strengere normen op dan deze voorzien in de Europese wetgeving. De Demeter-wijnen moeten afkomstig zijn van biodynamisch geteelde druiven. De maximale doses SO2 zijn lager dan deze toegelaten voor de conventionele wijnbouw en zelfs nog lager dan deze toegelaten door Nature et Progrès. Chaptalisatie is volledig verboden voor niet-mousserende wijnen.
In de loop van 2010 had deze wetgeving moeten veranderen. Doch onder druk van de industriële wijnlobby (vooral Duitsland), die niet onder een bepaalde S02-grens wilde gaan, is de wetgeving en het jarenlange voorbereidingswerk eronder door gegaan. Een zeer spijtige zaak.
Biologische wijndomeinen (gecertificeerd en niet-gecertificeerd).